-
1 er de kantjes aflopen
er de kantjes aflopen -
2 er de kantjes aflopen
er de kantjes aflopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er de kantjes aflopen
-
3 er de kantjes van aflopen
-
4 kantje
3 [kantwerkje] piece of lacework4 [vers ingelegde ton haring] ±cran♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 dat was op het kantje af • that was a near thing/close shave -
5 kantje
♦voorbeelden:de scherpe kantjes eraf halen • 〈m.b.t. tegenstelling〉 arrondir les angles; 〈m.b.t. bewoordingen〉 édulcorerer de kantjes aflopen • ne pas se foulerhij loopt de kantjes eraf • c'est un fumistedat was op het kantje af • il s'en est fallu de peu -
6 Brett
〈o.; Brett(e)s, Bretter〉♦voorbeelden:1 am schwarzen Brett • op het mededelingen-, prikbord〈 figuurlijk〉 dort ist die Welt mit Brettern vernagelt • daar is de wereld met krantenpapier dichtgeplakt〈 figuurlijk〉 ein Brett vor dem Kopf haben • een plank voor het hoofd, de kop hebben3 die Bretter, die die Welt bedeuten • het toneel, de toneelwereldein Stück geht über die Bretter • een stuk wordt opgevoerd -
7 лениться
vgener. peuzelen, sloffen, de lijn trekken, er de kantjes van aflopen -
8 лениться
vgener. peuzelen, sloffen, de lijn trekken, er de kantjes van aflopen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский